Toegegeven: ik kreeg JEUK toen ik voor het eerst iemand over sisters hoorde spreken. “Mijn sister zei dit, en met mijn sisters ging het zo…”
Ik vond het maar raar! ‘Waarom noemen ze elkaar in hemelsnaam zó?’
Inmiddels is sisterhood mijn ‘werk’: vrouwen bij elkaar brengen, die zó verlangen naar een veilige verbinding met ándere vrouwen. En met zichzelf.
Je noémt iemand je zus of sister, omdat ze écht anders voelt dan een vriendin. Er is een directe vertrouwdheid, die ouder voelt. Je onderbuik voelt veilig bij haar. Als familie. Eigenluck zelf nog dieper en veiliger dan dat…
Bovendien: iemand je sister noemen is ook nog eens heel gemakkelijk, en het schept eenheid. Uiteindelijk zijn we allemaal SISTERS!
Sisters ontmoet je niet zozeer vanuit een gedeelde interesse, een woonplaats of ’toe-vallig’. Sisters komen samen in frequentie, in een gedeelde tijdslijn.
Vaak is het de eerste keer spannend. Om in zo’n groep vrouwen (een vrouwencirkel, vol sisters) te stappen: dat roept oude pijn op. De heksenwond draagt iédere vrouw (en iedere man trouwens ook..!). De angst voor uitsluiting en misgunning, het gevoel ‘minder dan’ te zijn, wordt op zo’n moment aangeraakt…
Sisterhood is écht iets anders dan een vrouwenvriendschap. De connectie ontstaat – instantly – vanuit een gedeelde frequentie. Het is een thuiskomen.